Net als de Haagse Hogeschool heeft ook de Hogeschool Rotterdam een game development minor, met een vergelijkbare opzet. Om eens te kijken hoe onze Rotterdamse buren het ervan afbrengen, reisde ik af naar hartje centrum voor een heuse launch party, die door de studenten zelf was georganiseerd.
Drie games werden opgeleverd aan het einde van deze periode. Moldbreaker, RE:Spaced en Crashed. Elke game gemaakt door een team studenten. Hoewel het er ‘maar’ drie zijn, was ik onder de indruk van het niveau van deze games. Toen ik navraag deed over de opzet van de game development minor, bleek dat deze op vele punten overeen komt met wat in Zoetermeer de norm is, maar dat er ook interessante verschillen zijn. Laat ik ze eens even kort op een rij zetten.
Wat in ieder geval het zelfde is, is dat beide hogescholen geen volledige game-opleiding bieden. De RUAS heeft zelfs geen afstudeerrichting of een GameLab, zoals de Haagse die wel heeft. Laat staan dat ze in Rotterdam over de middelen beschikken waar een HKU of BUAS hun opleidingen vormgeven. De capaciteit is beperkt, en dat beïnvloed keuzes. Maar beperkte middelen stimuleren zoals zo vaak ook creativiteit.
Een andere overeekomst is de instroom: iedereen mag instromen vanuit de opleiding en ook vanaf HBO’s daarbuiten. Dit zorgt voor hele diverse multidisciplinaire teams. Beide minoren duren een semester (ongeveer een half jaar). Het bestaat uit een combinatie van vakken en projecten die de studenten in teams moeten volbrengen.
Een kleine vergelijking van de twee Game Development Minors.
Haagse Hogeschool
Groepsgrootte
8-10 studenten
Game engine
Godot
Project
Eén game naar eigen inzicht, waar de groep direct mee start
Tussentijdse evaluatie
2 Playtests waarin docenten en groepen de games testen en feedback geven
Eindbeoordeling
Vakken, individuele beoordeling in het project. Prijs voor beste game op de Expo, bepaald door een vakjury.
Hogeschool Rotterdam
Groepsgrootte
20 studenten
Game engine
Unity
Project
Kleine mobile game eerste 6 weken
Grotere PC game rest van het semester
Tussentijdse evaluatie
Een ‘Dragon’s Den’ moment halverwege, waarop game industrie experts wordt gevraagd om feedback op de games te geven
Eindbeoordeling
Vakken +
Eerste game: minimaal 100 downloads
Tweede game: minimaal 900 downloads
Wat naast de bovenstaande verschillen nog opvalt, is dat bij Hogeschool Rotterdam geen enkele aandacht aan narrative wordt besteed in de vakken, waar dit bij de Haagse een belangrijk onderdeel is. In Rotterdam hebben ze wel weer aandacht voor marketing, wat in Zoetermeer weer minder aan bod komt.
Ik denk niet dat er een betere of slechtere versie is van het onderwijs, omdat de opgeleverde games wat betreft kwaliteit niet zo heel veel van elkaar verschillen, zeker niet als je de verschillende groepsgroottes in ogenschouw neemt. Beide opleidingen hebben hun eigen sterkere en minder sterke kanten.
Wat ik interessant vindt aan de aanpak van Rotterdam is dat ze populariteit van de games centraal stellen. Doordat studenten hun game moeten publiceren (op Steam en in de App Stores) en daarnaast een bepaalde hoeveelheid downloads moeten halen, stimuleert dat om echt na te denken over een doelgroep en hoe je die kunt bereiken.
Binnen de Haagse Hogeschool hebben we dan wel weer het GameLab en de afstudeertrack, waar studenten verder kunnen met game development als de minor is afgelopen. Hogeschool Rotterdam heeft niet zoiets, waardoor de groepen na de minor in principe stoppen.
Met één grote uitzondering, het zeer succesvolle Total Mayhem Games. Die groep studenten heeft samen met docenten een nieuwe studio opgezet, toen de game die zij hadden gemaakt “We Were Here” een succesnummer bleek te zijn. Op een dergelijk paradepaardje is het nog wachten voor de Haagse Hogeschool. Maar daar werken we hard aan.